Moppen
Piet heeft een dwangmatige handeling
Piet loopt een kroeg in en bestelt een biertje. Hij drinkt de helft op en smijt de rest over de kastelein heen. Daarna verontschuldigd hij zich en legt uit dat het een dwangmatige handeling is waar hij al jaren last van heeft. Hij schaamt zich er verschrikkelijk voor.
De kastelein is natuurlijk niet blij en zegt tegen hem dat het tijd wordt dat hij naar een psychiater gaat. Eerder hoeft hij niet terug te komen in de kroeg.
Een paar maanden later komt Piet opnieuw binnenlopen en bestelt een biertje. Hij drinkt de helft op en smijt de rest over de kastelein heen.
"Ik had gezegd dat je hier niet meer hoefde te komen voordat je naar een psychiater was geweest!" schreeuwt de kastelein.
"Ik bén naar een psychiater geweest," antwoordt Piet verontwaardigd.
"Nou, dan heeft het niks geholpen!" brult de druipende kastelein.
"Jawel hoor," zegt Piet.
"Ik schaam me nu niet meer."
Overspannen...
Vertel eens wat er scheelt," vraagt de psychiater aan de overspannen man.
"Het is allemaal gekomen door mijn huwelijk. Ik trouwde met een weduwe die een volwassen dochter had. Zij werd mijn stiefdochter.
Mijn vader kwam op bezoek, werd verliefd op mijn stiefdochter en trouwde met haar.
Zo werd mijn stiefdochter mijn stiefmoeder.
Mijn vrouw kreeg een zoon.
Die werd automatisch de schoonbroer van mijn vader, want hij is de halfbroer van mijn stiefdochter, die met mijn vader is getrouwd.
Aangezien mijn zoon de broer is van mijn stiefmoeder, is hij ook mijn oom.
De vrouw van mijn vader kreeg ook een zoon. Dat is dus mijn broer, want hij is de zoon van mijn vader. Maar hij is ook mijn kleinkind, want hij is de zoon van mijn stiefdochter.
Mijn vrouw is mijn grootmoeder, omdat ze mijn stiefmoeders moeder is, waardoor ik de kleinzoon van mijn eigen vrouw ben.
Aangezien ik getrouwd ben met mijn grootmoeder, ben ik niet alleen de echtgenoot en kleinzoon van mijn vrouw, maar ben ik ook mijn eigen grootvader...
...Daarom ben ik een beetje overspannen."
pastoor
Loert de pastoor vanachter ’t hoekske,
stop dan snel een Suske & Wiske in je broekske!
Jantje bij de tandarts
Jantje gaat naar de tandarts. Hij had een afspraak om half 2. Om 3uur is hij nog niet aan de beurt. Hij gaat naar de balie en vraagt wanneer hij aan de beurt is. Dan zegt de vrouw achter de balie: "Zometeen meneer."
De directeur heeft een belangrijke bespreking.
De directeur heeft een belangrijke bespreking.
"Ik wil onder geen enkele voorwaarde gestoord woorden," zegt hij tegen zijn secretaresse.
"En als iemand zegt dat het dringend is, dan zeg je maar dat iedereen dat zegt."
Even later belt de vrouw van de directeur op.
"Ik zou graag even mijn man willen spreken," zegt ze.
"Dat kan niet," zegt de secretaresse.
"Het is belangrijk en bovendien ben ik zijn vrouw."
"Ja ja, dat zeggen ze allemaal."
Naar de uroloog
Snel denken
Een al wat oudere man heeft een afspraak met een uroloog die zijn praktijk deelt met een aantal andere dokters. De wachtkamer zit vol met patiënten. De man gaat naar de receptioniste welke een grote imposante vrouw is die er uit ziet als een worstelaar. Hij geeft haar zijn naam en met een luide stem zegt de receptioniste:
"Ja, ik zie uw naam hier. U wilt de dokter spreken in verband met impotentie is het niet?"
Meneer, u rijd veel te hard.
Een man en een vrouw zitten in een auto. De man rijd veel te hard. Op een gegeven moment komen passeren ze een politie man, die laat ze stoppen en aan de kant van de weg zet.
“Meneer, u rijd veel te hard.”
Man: ach, dat was alleen vandaag, ik had ff haast.
Vrouw: “Ach, je weet toch dat je altijd te hard rijd, schat.”
Politie: En u heeft uw lichten ook niet aan!”
Man: “Jah, het is nog lang niet donker! Het is alleen een beetje schemerig!”
Vrouw: “Schat, licht of donker, jij hebt de lichten nooit aan!”
Politie: “en u hebt uw gordels ook al niet om!!”
Man: “Ja, maar u had me stil laten staan dus had ik de gordels al vast af gedaan!”
Vrouw: “Ach, schat, je hebt je gordels nooit om!”
Man: “HOU NOU JE BEK TOCH EENS, NU KRIJGEN WE ALLEMAAL BOETES!”
Politie: “Mevrouw, praat uw man altijd zo tegen u?”
“Nee hoor, alleen als hij dronken is!”
sterk bergafwaart
De relatie met mijn man gaat sterk bergafwaarts:
Eerst was m'n hele hoofd er vol van.
Daarna lag hij me na aan het hart.
Daarna lag hij me zwaar op de maag.
Daarna vond ik er geen reet meer aan.
En nu is hij een blok aan m'n been.