Moppenleverancier.nl

Na zijn dood, komt Van Basten in de hemel waar hij moet wachten tot hij wordt toegelaten. Wanneer hij zich daar al een paar dagen loopt te vervelen, loopt naar Petrus toe en vraagt aan hem of er toevallig een voetbal wedstrijd te organiseren valt.

Er loopt een man het belastingkantoor binnen om een paar zaken te regelen. 5 Minuten later komt hij echter spiernaakt weer naar buiten. Zijn zakenpartner die in de auto zat te wachten ziet dat en vraagt wat er is gebeurd.

"Rot belastingdienst," zegt hij, "ze hebben me gewoon letterlijk en figuurlijk helemaal uitgekleed."

"Verdomme," zegt zijn partner, "ik moet er nu ook nog wat privé zaken regelen, maar ik zal ze wel krijgen, ik kleed me van te voren al uit."

Kunnen ze die kaartjes in parkeergarages niet een smaakje geven?

Iedereen stopt ze namelijk in de mond.

Het is herfst en de indianen van een reservaat vragen hun opperhoofd of de komende winter volgens hem koud of zacht zal worden. Aangezien hij een modern opperhoofd is heeft hij nooit de oude voorvaderlijke geheimen geërfd. Hij kijkt naar de lucht en bedenkt vervolgens met een natte vinger in de lucht dat de winter wel eens koud zou kunnen worden en raadt aan al het hout te verzamelen dat voorhanden is.

Onzeker van zijn zaak loopt hij - om straks niet af te zullen gaan - stiekem naar een telefooncel en belt het weerkundige instituut. "Nou," zegt de lokale weerman, "het wordt een heel koude winter". Het opperhoofd loopt terug naar zijn stam en raadt aan om nog veel meer hout in te slaan.

Een maand later belt de indiaan nog een keer. De weerman: "Ja hoor, ik denk dat de winter zelfs een van de koudste gaat worden". "Hoe kun je zo zeker zijn?" vraagt het opperhoofd. "Nou," zegt de weerman, "de indianen sprokkelen momenteel hout als gekken!"

In de trein zit een man tegenover een mooie jongedame met een piepklein mini-jurkje aan. Opeens gaat zij verzitten en ziet hij dat ze geen broekje aan heeft. Zij ziet dat en zegt: "Meneer, Kijk u naar mijn poesje?"

"Sorry, ik zal niet meer kijken", zegt de man.

Petrus staat aan de Hemelpoort te wachten op de zielen die naar boven komen, en ziet Jezus wandelen. Hij roept hem even bij zich en vraagt:

"Kan jij even op de Poort passen, terwijl ik een kleine boodschap ga doen?"

"Natuurlijk", antwoordt Jezus, "wat moet ik eigenlijk doen?"

"Eigenlijk niet moeilijk. Gewoon wat vragen stellen aan de zieltjes die hier aankomen en vragen naar hun achtergrond, hun familie, wat ze gedaan hebben in hun leven. Daarna moet je beslissen of ze hun toegang naar de Hemel verdiend hebben."