Door de woestijn
Sam en Moos lopen beide door de woestijn zonder dat ze het van elkaar weten. Sam heeft een telefooncel op zijn rug en Moos een lantaarnpaal. Op een gegeven moment komen ze elkaar toevallig tegen. Ze zijn enigszins verbaasd over wat de ander op zijn rug draagt.
Moos vraagt aan Sam: 'Waarom heb jij een telefooncel op je rug?'.
'Nou als er een leeuw aankomt ga ik snel de telefooncel in', zegt Sam.
'En waarom heb jij een lantaarnpaal op je rug?', vraagt Sam.
'Nou', zegt Moos als er een leeuw aankomt dan gooi ik die lantaarnpaal van mijn rug en dan kan ik veel sneller lopen.'