Een man en een vrouw staan te wachten bij een bushalte. Op een gegeven moment zegt de man tegen de vrouw:
"Weet u dat ik paranormaal begaafd ben? Ik weet het zeker: als de bus er straks aan komt, raakt ’ie in de bocht in de slip en ramt ’ie zo het bushuisje. Ik ga aan de overkant staan wachten."
En de man loopt naar de overkant. De vrouw begint te twijfelen of de man misschien gelijk heeft. Voor de zekerheid gaat zij ook aan de overkant staan wachten. Even later komt de bus eraan, en ja hoor, als de bus de bocht door komt, raakt ’ie in de slip en ramt ’ie het bushuisje. De vrouw roept uit:
"Meneer, dat was een geweldige voorspelling! Dat was formidabel! Dat wil ik ook leren!"
"Dat kan wel", zegt de man, "maar dan moet u met mij mee naar huis."
En de vrouw gaat met hem mee, bij de man thuis gekomen, zegt hij tegen haar:
"Nu moet je je bloes uittrekken."
De vrouw trekt haar bloes uit.
"Nu moet je je rok uittrekken."
De vrouw doet haar rok uit.
"Nu moet je je slipje uitdoen."
Zegt de vrouw:
"Dan ga je me zeker nemen?"
Zegt de man:
"Zie je? Je begint het al aardig te leren."